Zuid-Holland en Noord-Holland hebben het meest te zeggen als de pas verkozen leden van de Provinciale Staten eind deze maand de Eerste Kamer kiezen. Een stem in die twee provincies levert het hoogste aantal punten op. De Kiesraad heeft donderdag de zogeheten stemwaarden bekendgemaakt.

De verkiezingen voor de Eerste Kamer zijn op 30 mei. Alle 572 Statenleden mogen stemmen, evenals negentien vertegenwoordigers van de bijzondere gemeenten Bonaire, Sint-Eustatius en Saba. Daarnaast stemmen Nederlanders in het buitenland voor het eerst mee, via een zogeheten kiescollege niet-ingezetenen dat 25 leden telt.

In totaal zijn er 178.970 punten te verdelen. Dat betekent dat er 2386,27 punten nodig zijn voor elke zetel in de Eerste Kamer. Elke stem in Zuid-Holland, de provincie met de meeste inwoners, is goed voor 692 punten. Een stem van een Statenlid in Noord-Holland levert 537 punten op. Daarna volgen Noord-Brabant (478) en Gelderland (388). Zeeland, de kleinste provincie, levert 100 punten per stem op. Dat betekent dat een stem in Zuid-Holland bijna zeven keer zo veel waard is als een Zeeuwse stem.

De grootste provincies hebben niet alleen de meeste punten, maar ook de meeste Statenleden. In totaal verdeelt Zuid-Holland zo'n 21 procent van alle punten in Nederland. Noord-Holland heeft 16,5 procent en Noord-Brabant 14 procent.

De stemwaarde wordt elke vier jaar uitgerekend op basis van het aantal inwoners. Vergeleken met vier jaar geleden is de waarde van een stem alleen in Drenthe gedaald. Een Statenlid daar leverde vier jaar geleden 120 punten op en nu 117.

Voor de prognose van de Verkiezingsdienst van het ANP heeft het vaststellen van de stemwaarden geen gevolgen. De BoerBurgerBeweging (BBB) blijft de grootste partij met virtueel zeventien zetels in de senaat. Daarna volgen VVD (10), GroenLinks (8) en PvdA (7). De uitslag kan nog wel wijzigen wanneer partijen strategisch stemmen. Ze kunnen mogelijk een bevriende fractie aan een extra zetel helpen zonder zelf een zetel kwijt te raken.